Oefening baart kunst

De wijsheid der eeuwen zegt: ‘Repetitio est mater studiorum’. Herhaling is de moeder van het leren.

De welbekende nederlandse variant van deze uitdrukking luidt:

oefening baart kunst

Socrates, Plato en Aristoteles wisten al: Wat sport is voor het lichaam, is muziek voor de geest. Deze filosofen spraken en schreven duizenden jaren geleden al over het nut van het muziek luisteren en het musiceren voor de ontwikkeling van de moraliteit en het denken van de mensen.

Twee werelden

Wie zich met muziek bezig houdt, begeeft zich in een heel bijzondere wereld. Eigenlijk spreek ik liever van twee werelden, omdat ik de wereld van het instrument als iets anders beschouw dan de wereld van de muziek!

De wereld van het instrument

Als je zingt, is jouw lichaam -vooral de stembanden- het instrument. Elk ander instrument is iets voordehand liggends, wat je kunt aanraken en over het algemeen met je handen bespeelt.

Het instrument is eigenlijk een stuk gereedschap waarmee je muzikaal gaat knutselen. Onze toegang tot de wereld van de muziek is via dat instrument. Het muziekinstrument geeft ons de mogelijkheid om ons muzikaal ergens tegenaan te bemoeien.

Een muziekinstrument is een complex en verfijnd stuk gereedschap en het is nogal specialistisch om daar effectief mee om te kunnen gaan. Daarom neem je muziekles van iemand die jou goed kan leren hoe dat moet. Je gaat veel oefeningen doen die je helpen om hier vertrouwd mee te worden en ervoor te zorgen dat het op den duur vanzelf gaat. Dan hoef je er niet meer over na te denken, en dat is precies wat we willen, want dán kan de muziek echt tot uitdrukking komen.

Hier een beknopt overzicht van de hoofdzaken in de wereld van het instrument:

  • - Techniek: instrumentbeheersing; alles wat erbij komt kijken om je met jouw instrument met de wereld van de muziek te kunnen bemoeien. Dit is een enorm onderwerp waar je nooit op uitgeleerd raakt.
  • - Technische instrumentkennis
  • - Instrumentgeschiedenis

De wereld van de muziek

De wereld van de muziek staat los van het instrument dat we gebruiken om er toegang toe te krijgen. Muziek is iets wat je niet kunt zien of pakken, het is alleen te horen.

Muziek bestaat uit 3 kernonderdelen: melodie, harmonie en ritme.

Elk van deze 3 onderdelen kan apart worden behandeld, maar meestal horen we het allemaal tegelijkertijd. Het zijn de hoofdingrediënten van elk muziekstuk.

Naarmate je steeds meer vordert in de instrumentbeheersing, verschuift de aandacht in de muziekles meer en meer naar de wereld van de muziek. Op den duur praat je veel minder over het instrument en veel meer over de muziek.

Hier volgt een beknopt overzicht van hoofdonderwerpen in de wereld van de muziek:

  • Drie pijlers van de muziek
    • melodie
    • harmonie
    • ritme
  • muziekstijlen
    • repertoire
      • interpretatie
        • dynamiek
        • tempo
        • expressie
  • muziektheorie
    • - harmonieleer
  • improvisatie
    • - concepten/benaderingen
  • samenspel
  • gehoortraining (solfège)
  • muziekgeschiedenis

Wat is oefenen

De bezigheid van het je bekwamen in de muzikale uitvoering noemen we ‘oefenen’.

Oefenen is: Herhalen. Repeteren. Trainen.

Een sporter traint zijn lichaam en zijn vaardigheid en kennis van de gekozen sport.

Een musicus traint zijn beheersing van het instrument en de kennis en het begrip van muziek.

Mixen en Blokken

Er zijn twee belangrijke begrippen die bij het wetenschappelijk bestuderen van effectief leren vaak naar voren zijn gekomen:

  • Interleaving
  • Blocking / chunking

Interleaving noemen we in het nederlands ‘mixen’.

Blocking of chunking noemen we in het nederlands ‘blokken’ of ‘fragmenteren’. Deze begrippen gebruiken we een beetje afwisselend, maar we bedoelen hetzelfde.

Als we deze twee begrippen toepassen op het oefenen van een instrument en muziek, dan kunnen we het ‘mixen’ beschouwen als het afwisselen van verschillende oefeningen. Het ‘fragmenteren’ kunnen we toepassen door steeds kleine stukjes te herhalen. Een combinatie van deze twee methodes is het meest effectief.

Bijvoorbeeld:

Je hebt pianoles en op de oefenlijst heb je een aantal technische oefeningen en enkele muziekstukken.

Door bijvoorbeeld 3 technische oefeningen en (delen van) 2 muziekstukken afwisselend te oefenen, ben je aan het ‘mixen’. Je husselt je oefeningen door mekaar. Het is wetenschappelijk geconstateerd dat dit een zeer effectieve oefenstrategie is.

Door van een oefening of van een muziekstuk een klein ‘brokje’ te nemen en dit steeds te herhalen, ben je aan het ‘blokken’. Als je een pittig muziekstuk oefent, is het bijvoorbeeld heel bruikbaar om eerst gewoon 1 maat te oefenen en dit veel keer te herhalen. Daarna oefen je de eerstvolgende maat en dit herhaal je weer veel keer. Vervolgens oefen je beide maten achter elkaar.

Het ABC van het oefenen

We gebruiken bij het oefenen 3 fases:

  • Fase A: de focus ligt op de kennis en de techniek van het instrument. Je leert je instrument kennen en beheersen. Dit betekent dat je allerlei oefeningen doet die misschien niet direct een muzikale toepassing hebben, maar wel belangrijk zijn om toch telkens even te doen.
  • Fase B: de focus ligt op het bekwamen in de muziek. Je oefent (delen van) muziekstukjes, je bouwt jouw repertoire op. In deze fase beheers je het materiaal nog niet volkomen.
  • Fase C: dit is de ‘JUST PLAY’ fase! Je gaat ‘gewoon spelen’. Deze fase is als het toetje na de maaltijd. Uiteindelijk draait het allemaal om wat er in deze fase gebeurt; al het oefenen in fase A en fase B leidt naar dit punt: je speelt muziek. Hier speel je muziekstukken die je al zo goed beheerst dat je er niet bij na hoeft te denken om het te spelen. Hier gaat het niet om de ‘prestatie’ van de oefening goed doen, of al de tekst of akkoorden of vingerzettingen te herinneren, maar puur om gevoel en expressie. Hier ben je werkelijk aan het musiceren.

Elke fase verdient de aandacht. Als je dagelijks bijvoorbeeld 30 minuten kunt oefenen, zou je aan elke fase 10 minuten besteden. Zo komt alles gelijkmatig aan bod.

Automatiseren

Het ideale punt om te bereiken door middel van het oefenen, is om tijdens het musiceren geen enkele gedachte te moeten verspillen aan techniek of het herinneren van de muzikale inhoud. Als je “muziek denkt”, dan bedenk je of ‘zing je in je hoofd’ alleen nog maar de muziek. Je lichaam doet dan wat nodig is om die muziek uit het instrument te halen.

De 300/3000 regel

Met 300 herhalingen krijg je iets in je motorisch geheugen. Na 3000 herhalingen wordt het vanzelfsprekend, je tweede natuur. Dan beheers je het volkomen.

Samenvatting

  1. We willen ons met muziek bemoeien en dat doen we met ons instrument.
  2. Om ons instrument hiervoor te kunnen gebruiken, gaan we oefenen.
  3. We oefenen volgens het ABC van het oefenen en we gaan ‘mixen’ en ‘blokken’.
  4. Omdat we de muziek die we spelen willen automatiseren gebruiken we de 300/3000 regel.
  5. We kennen twee werelden: de wereld van de muziek en de wereld van het muziekinstrument. Beide verdienen de aandacht.